Archief 2012-2013 (artikelen)

Witte Paard 1 haakt definitief af

In een ronde waarin de koplopers toch wel verrassend averij opliepen hadden er nog goede zaken gedaan kunnen worden maar dit mocht helaas niet zo zijn. Sterker nog

, in de laatste 3 ronden zal de rode streep, die afhankelijk van de prestaties van de NHSB-teams in de 3e klasse KNSB zelfs bij de nummer 7 zou kunnen liggen, nauwlettend in de gaten gehouden moeten worden!

De vooruit gespeelde partij op donderdag 17 januari had voor ons al niet veel fraais in petto. Tjerk liet een kleine combinatie toe waarmee een vitale pion verloren ging en om er nog wat van te maken moest er ook nog een kwaliteit tegenaan gegooid worden. De witspeler kon de gevaren echter neutraliseren en incasseerde via een afwikkeling naar een gewonnen pionneneindspel het punt.

Op de wedstrijddag moest Jan Brink zijn ambities om de gelijkmaker te scoren al snel laten varen. In een Pirc liet hij zijn centrum opblazen waarna via de d-lijn alle zware stukken geruild werden en een volkomen gelijk eindspel resteerde.

Jan Roebers, op herhaling tegen een favoriete tegenstander, slaagde gelukkig wél in zijn missie door in een Franse partij andermaal m.b.v. een monsterlijk sterke zwartveldige loper de zwarte lange rokadestelling aan gort te spelen.

Christiaan werd met een solide dubbelfianchetto geconfronteerd en moest nauwkeurig te werk gaan om de kracht van de witte lopers in te dammen. Dat lukte uiteindelijk en in de slotstelling had hij misschien nog wel even door moeten gaan.

Want op twee van de vier resterende borden waren de zaken inmiddels behoorlijk uit de hand gelopen. Alexander had na zijn Hypermoderne Verdediging (gekenmerkt door het grote aantal pionzetten op de damevleugel) naar eigen zeggen niets te klagen maar verblunderde een volle toren waar het handjevol pionnen niet tegen opwoog.

Yorick had na een geïnspireerde uitvoering van het Morra-gambiet zelfs een kleine kwaliteit meer plus volledige positionele controle maar een moment van onachtzaamheid liet de zwarte stukken geheel uit hun passiviteit ontwaken. De vrijpion die daarbij ontstond bleek een nagel aan de witte doodskist.

Daar mocht inmiddels wel eens een meevaller tegenover staan en dat gebeurde bij ondergetekende (CdS). Tegenstander Hensbergen had hem in een Konings-Indisch 

Vierpionnenspel wederom het vuur aan de schenen gelegd maar ditmaal liet de zwartspeler niet zo gemakkelijk over zich heen lopen. De afwikkeling naar een eindspel bracht echter nog geen volledige verlichting maar een ondoordachte torenruil deed het initiatief keren. In combinatie met een onreglementaire zet (hetgeen mij twee nuttige minuten extra opleverde) leidde dit tot de ineenstorting van de witte stelling.

Helaas had in de partij van Paul de zwartspeler zijn koningsstelling ten koste van een kwaliteit overeind kunnen houden waarna in het eindspel de vesting van loper en pionnen niet meer te slechten viel.

Aalsmeer 1                    - Witte Paard 1               4½ - 3½

Theo Hendriks (2049)          - Yorick ten Hagen (2169)      1 – 0

Willem Hensbergen (1994)      - Chris de Saegher (2218)      0 – 1

Rik Könst (2033)              - Jan Roebers (2166)           0 – 1

Piet Geertsema (1930)         - Tjerk van Blokland (1936)    1 – 0

Vincent Jongkind (1916)       - Jan Brink (2013)             ½ - ½

Peter Buis (1816)             - Christiaan Molenaar (1981)   ½ - ½

Huup Joosten (1750)           - Paul van Haastert (1939)     ½ - ½

Elham Wasei (1722)            - Alexander Kretzschmar (1775) 1 – 0