Archief 2010-2011 (artikelen)

Eerste team wint in de derde ronde opnieuw.

 Witte Paard 1 wederom aan goede kant van de score

Onze schakers hadden er kennelijk zin in want het duurde lang voordat tegen het 5e team van megavereniging Caïssa de eerste beslissing viel. Een kwartier voor de eerste tijdcontrole was het uw verslaggever die helaas de vlag moest strijken. Na een geslaagde Caro-Kann wist hij de dynamische mogelijkheden van zijn stelling niet op de juiste waarde in te schatten en ipv een kansrijk pionoffer ruilde hij zijn sterke zwartveldige loper. Toen die van wit zich even later vorstelijk op de lange diagonaal nestelde was er al geen goede verdediging meer voorhanden.

 

Een gelukkiger hand had ik in de kleine aanpassingen aan de opstelling. Paul twee keer zwart achter elkaar is een zeldzaamheid maar in zijn huidige vorm weet hij ook dan de zaken naar zijn hand te zetten. Optisch leek wit na de opening met een paard op d5 en half open f-lijn toch de actievere stelling te hebben maar toen ik weer keek was daar weinig van over en had Paul inmiddels een uiterst dreigend paard op g4. In samenwerking met de zware stukken bracht hij een beslissende onderste rij combinatie op het bord, 1-1 derhalve en Paul’s derde punt in successie!

Jaap koos ditmaal niet voor zijn vertrouwde Franse Rubinsteinvariant en ging weer eens op de Winawer in. Uiteraard wél op zijn eigengereide wijze met vrijwel uitsluitend vastgelegde pionnen en niet veel manoeuvreerruimte voor beide partijen. Daarvoor had hij wél een kwaliteit moeten investeren maar zijn beide paarden hadden alles onder controle. Op zijn verzoek om op remise te mogen ingaan had ik dan ook zoals gewoonlijk niets tegen maar het gerucht gaat dat wit helemaal geen lichte stukken meer had en de werkelijke materiaalverhouding twee paarden tegen een toren was?!

Bij de partij van Alexander was het ook moeilijk om de exacte gang van zaken te volgen maar dat had te maken met de traditionele vliegende tijdnood waarin hij verkeerde. Op de damevleugel stond hij strategisch gewonnen maar hij diende in zijn laatste 10 seconden nog wel zijn koning in veiligheid te brengen. Uiteindelijk ging hij als eerste door de vlag maar op het moment dat de wedstrijdleider dit constateerde had hij zet 41 er inmiddels ook uitgegooid. Vraag was toen natuurlijk wanneer precies hij nu door zijn vlag was gegaan maar zijn tegenstander had ook niet de behoefte om dit na te gaan en met het oog op de nog immer aanwezige witte stellingsplus werd tot remise besloten, 2-2.

Met na de tijdcontrole een gewonnen, gunstig, iets slechter en een verloren eindspel leek een puntendeling het meest voor de hand liggende resultaat.

Om te beginnen met onze man in vorm Jan Rot die wederom een openingsopzet koos die goed bij zijn stijl past: ruilvariant Konings-Indisch. Verschil met de laatste seizoenen is dat de fluwelen eindspeltechniek van weleer is teruggekeerd en met speels gemak wist hij in een toreneindspel een vrijpion naar de overkant te loodsen.

Dat Christiaan vervolgens het toreneindspel met 3 tegen 2 pionnen op één vleugel ook nog won was natuurlijk een enorme opsteker. Persoonlijk vond ik het al knap dat hij vanuit een stelling die volledig in evenwicht leek bij zijn tegenstander toch nog de duimschroeven wist aan te draaien!

Van de partij van Jan Brink heb ik niet zo veel gezien cq. begrepen. In een Stonewall zag ik hem op zeker moment niet een pion op c6 terugpakken en alles op de aanval gooien maar zijn als zeer solide bekend staande tegenstander wist alle gevaarlijke stukken te ruilen en het eindspel te winnen.

Tenslotte Jan Roebers die in een naar eigen zeggen zeer matig potje (in eerste instantie van hemzelf en wat de afwerking betreft van opponent) in extremis de matchpunten veilig kon stellen, 4½-3½.

 

Witte Paard 1                   -        Caïssa 5                                    4½-3½

Chris de Saegher               -        Angelo Spiler (2104)                       0 - 1

Jan Roebers                     -        Dennis Breuker (2022)                   ½ - ½

Jan Brink                         -        Martin Bottema (2039)                    0 - 1

Christiaan Molenaar           -        Kees Sterrrenburg (2020)                1 - 0

Paul van Haastert              -        Cees Visser (1946)                         1 - 0

Alexander Kretzschmar       -        Olaf Ephraïm (1949)                      ½ - ½

Jaap de Berg                    -        Geert Veldhuis (1951)                    ½ - ½

Jan Rot                            -        Theo Kroon (1891)                         1 - 0