Klinkende zege voor Witte Paard 1
Klinkende zege voor Witte Paard 1
Het eerste team is het nieuwe jaar overtuigend begonnen en kan het vizier weer op de bovenste regionen richten. Het tweede team van De Waagtoren maakt het ons doorgaans altijd lastig maar ditmaal liet het gemis van een aantal basisspelers zich voelen. Althans in de laatste speeluren want van openingsvoordeel was aan onze kant niet echt sprake.
De witspelers kregen ofwel te maken met de solide Caro-Kann (Jan Roebers en Jan Brink) ofwel hanteerden zij zélf een zeer gedegen opzet met een damefianchetto (Alexander en Jan Rot). Laatstgenoemde liet zich niet van de wijs brengen doordat geheel aan zijn verjaardag voorbijgegaan werd. Integendeel: de kans om zijn tegenstander een versplinterde pionnenstructuur en daarmee een zeer onaangenaam middagje te bezorgen werd met beide handen aangegrepen.
Bij de zwartspelers waren er zelfs wat verdachte stellingen te zien, zeker bij Jaap. In zijn vertrouwde Frans had hij de zwarte velden geheel aan de tegenstander moeten laten en zijn stukken op de koningsvleugel leken er een beetje troosteloos bij te staan. Maar Jaap’s beslissing om daar alle schepen te verbranden pakte goed uit want even later was hij met dame en toren beslissend de onderste rij binnengedrongen. Dat zorgde ervoor dat wit zijn dame moest geven en het eerste punt was binnen!
Paul wist voor de verandering de weg naar de koning van de tegenpartij niet te vinden maar dat had natuurlijk alles te maken met het Londen Systeem dat hij te bestrijden kreeg. In problemen kwam hij echter ook niet en na wat gemanoeuvreer in het eindspel werd tot remise besloten.
Christiaan kreeg de verwachte scherpe bestrijdingswijze van de Aljechin en dat zag er met de ver opgerukte d-pion in het eindspel op het eerste gezicht eng voor hem uit. Maar naar eigen zeggen was alles onder controle en kon hij zich op de andere witte pionzwaktes richten. Een kleine onnauwkeurigheid verplichtte hem om een kwaliteit te geven maar de 2 pionnen die hij daarvoor had garandeerden minstens remise die hij met het oog op de andere borden dan ook accepteerde.
Zo leek Alexander op weg naar zijn eerste overwinning zeker toen zijn tegenstander in inferieure stelling bij de eerste tijdcontrole ook nog eens dacht er met zet 36 te zijn. Hij wist nog wel snel zijn volgende zetten op het bord te toveren maar dat was niet zo moeilijk aangezien Alexander zijn eigen tijdnood met wat schaakjes trachtte op te lossen. Dat hij en passant daarmee een paard van het bord sloeg deed helaas niets af aan het feit dat driemaal dezelfde stelling was ontstaan en het duurde dan ook even tot dat bij alle ‘betrokkenen’ doorgedrongen was (zo had onze debuterend wedstrijdleider ook nog wat te doen; André, bij deze bedankt voor het beschikbaar stellen van je vrije tijd!).
Zo bleef het verschil bij de eerste tijdcontrole slechts één bordpunt maar aan de resterende borden zag het er goed uit. Jan Rot had afgewikkeld naar een paardeindspel met 2 pluspionnen en toen hij het mogelijk gevaar van een laatste zwarte vrijpion bezworen had was zijn 3e overwinning een feit!
Jan Brink moest na het afslaan van zijn remiseaanbod nog even zijn best doen in een dubbeltoreneindspel maar dat soort stellingen zijn hem wel toevertrouwd.
Jan Roebers kon met kleine middelen (eindspel met loperpaar en meerderheid op de damevleugel) de CK-structuur wél in zijn voegen doen barsten en zodoende werd het ratingverschil alsnog overbrugd en daarmee zijn remiseserie doorbroken!
Uw verslaggever (CdS) was wederom als laatste bezig en kon ditmaal de technische klus wél afronden. Maar niet voordat hij vlak voor de eerste tijdcontrole met een blauw oog aan de plotsklaps dreigende opsluiting van zijn toren kon ontsnappen. Onder opoffering van een pion kwamen de zwarte toren en loper weer tot leven waarna een vrije randpion tot held van de partij kon uitgroeien!
Witte Paard 1 - Waagtoren 2 6-2
Chris de Saegher - Ruud Adema (1916) 1-0
Jan Roebers - Jan Poland (1769) 1-0
Christiaan Molenaar - Wim Nieland (2010) ½-½
Jan Brink - Ronald Groot (1994) ½-½
Paul van Haastert - Marten Coerts (1942) ½-½
Alexander Kretzschmar - Bert Buitink (1883) ½-½
Jaap de Berg - Willem Meyles (1895) 1-0
Jan Rot - Rob Freer (1987) 1-0