Witte Paard 1 tankt vertrouwen
De 7e ronde van de KNSB-competitie bleek voor ons eerste het nodige positieve in petto te hebben. En dan niet alleen qua uitslag maar ook gezien de vertoonde staaltjes van brille, vechtlust en ba(a)nbrekend werk en niet te vergeten, het ontbreken van twee basisspelers. Heel welkom om met een gezonde dosis optimisme de slotronden in te gaan!
Al was de start tegen mederodelantaarndrager LSG 5 nou niet bepaald florissant te noemen.
Tjerk leek tegen een Pirc een veelbelovende aanvalsstelling te hebben maar via een tijdelijk pionoffer wist zijn tegenstander al snel af te wikkelen naar een remise toreneindspel.
Invaller Jan Rot liet in een vroeg stadium twee vervaarlijk opgestelde zwarte torens langs een half-open f-lijn toe. Lang rokeren kon de storm nog enigszins temperen maar een blunder deed hem alsnog de das om, 1½-½.
Maar de ellende aan de lage borden uit de voorgaande wedstrijden werd vervolgens geheel weggewist!
Allereerst door Paul die zich niets aantrok van twee machtig opgestelde witte centrumpionnen en zijn stukken als vanouds weer de nodige activiteit wist te verschaffen. Bij de eerste de beste tactische slagenwisseling deed zijn tegenstander hem direct een vol stuk cadeau en verdween spoorslags.
Alexander had eindelijk eens een stellingstype waarin het wél loont de nodige bedenktijd te investeren: hangende pionnen en veel dynamiek. Met fraaie offers maakte hij optimaal gebruik van de lange diagonaal en na dameverlies hield zijn tegenstander het heel sportief voor gezien zonder af te wachten of de geslonken bedenktijd van onze man nog een uitweg zou kunnen bieden.
Ondertussen had schrijver dezes (CdS) na een in zijn ogen wat al te rustige aanpak van het Hollands tot zijn genoegen kunnen vaststellen dat ook de kleinste positionele grip kan verleiden tot fouten.
En het werd helemaal mooi toen nog voor de eerste tijdcontrole André zijn eerste overwinning als KNSB-invaller kon laten noteren! Via een geslaagde Trompovsky had hij een gezond positioneel voordeeltje opgebouwd maar uiteindelijk valt de beslissing dan zoals zo vaak in de tijdnoodfase.
Daarin was zijn tegenstander zo aardig om met zijn dame toe te happen op h4 waarna een batterij van toren en paard richting zwarte koning op g8 in werking gebracht kon worden. Wellicht was de zwartspeler even vergeten dat de geplande ‘tegenbatterij’ met de loper op h3 niet werkte aangezien de toren op g1 schaak gaf (en niet het paard op f5)?!.
Met een 4½-1½ voorsprong waren de matchpunten binnen en was het niet zo erg dat in de resterende partijen (waarin van onze kant ook hard werd gestreden om het volle punt!) de zaken inmiddels niet meer zo naar wens verliepen.
Jan Roebers had een kansrijk dameoffer gebracht maar het in tact houden van zijn pionnenstelling had de witspeler net de tijd gegeven om zijn paarden weer actief te groeperen. Een eventuele winst, als die er al nog was, zou van onze jarige job (!) iets te veel gevergd hebben.
Tenslotte Christiaan die om nog wat muziek in de stelling te brengen er een pion en kwaliteit tegenaan had gegooid! Helaas kon de Leidenaar in dit geval de dreigingen langs de diagonaal h1-a8 met zijn torens neutraliseren en dreigde Christiaan zelfs een vol stuk achter te komen waarbij zijn vrije a-pion echter wel weer genoeg tegenwicht in de schaal zou leggen. Er kwam na een minder nauwkeurige zettenreeks van de witspeler echter een stelling op het bord van K + T + 3 pi tegen K + L + 4 pi die na enig overleg remise gegeven werd.
LSG 5 - Witte Paard 1 2½ - 5½
Albert van Os (1928) - Chris de Saegher (2208) 0 - 1
Gerrie Bloothoofd (1899) - Jan Roebers (2163) ½ - ½
Marcel de Jeu (1915) - Tjerk van Blokland (1985) ½ - ½
Herman Heyboer (1863) - Christiaan Molenaar (2042) ½ - ½
Joop Bakker (1866) - Jan Rot (1869) 1 - 0
Wybe Evenhuis (1849) - Paul van Haastert (2018) 0 - 1
Olivier Huizer (1810) - André Meester (1815) 0 - 1
Bart v/d Bosse (1802) - Alexander Kretzschmar (1821) 0 - 1