Tweede zege Witte Paard 1 in de pocket

Verbazing op de gezichten van de spelers van Amsterdam West en eerlijk gezegd stonden wij zelf ook te kijken van de ruime overwinning die in ronde 3 geboekt werd. Wellicht werd de kiem gelegd in een tactische aanpassing van de opstelling waar ik als teamleider doorgaans nooit zo veel geluk mee heb?!

Om te beginnen was Jaap gelukkig ook weer van de partij en die is na een relatief lange periode van schaakinactiviteit niet te beroerd om beide teams al snel op de scorekaart te zetten, een nuttig halfje.

Aan de overige borden ontbrandde de strijd in alle hevigheid die pas zo vlak voor de eerste tijdcontrole behoorlijk in ons voordeel uitsloeg toen de partijen waarin van onze kant materiaal geofferd was kort achter elkaar drie volle punten opleverden!

 

Schrijver dezes (CdS) had vlak na de opening twee pionnen geofferd wat hem een dame tegen 2 torens had opgeleverd. Normaal natuurlijk niet bepaald een voordelige ruil maar het samen laten werken van de witte stukken vergde behoorlijk wat tijd. Net op het moment dat wit de zaakjes op orde leek te krijgen en één van de 2 actieve zwarte paarden had weten te ruilen ontglipte hem een vreselijke blunder al duurde het nog even voordat ik de stap 2 dubbele aanval dame combinatie ontwaarde!

Robin had na het oprukken van een witte g-pion niet geaarzeld om er een kwaliteit tegen aan te gooien en dat leek zeker gerechtvaardigd met een actief geposteerde dame. Wit kon die weliswaar nog ruilen maar dat ging ten koste van enige pionnetjes waarbij Robin’s centrum onaantastbaar bleef. Met nog een sterk paard daarbij kon het winnen van zwaarder materiaal niet uitblijven.

Jan zag zijn nieuwe Schotse opening beantwoord met de ‘piongraaivariant’ (Dh4 en Lb4) en dat is voor wit natuurlijk ook verplichtend. Er moest zelfs een tweede pion tegen aan gegooid worden om het initiatief vast te houden maar Jan bleef voorbeeldig de druk op de passieve zwarte stelling vasthouden. Dat leverde uiteindelijk damewinst op en niet lang daarna een matnetje met D + L.

Paul had ook een kwaliteit geofferd maar dat was meer een impulsieve mix van overmoed en lichte paniek in opkomende tijdnood. Toch leek hij met een steunpunt voor zijn loper nog een soort van vesting te hebben maar een foutieve damezet leverde alsnog de eerste tegentreffer op.

Na de tijdcontrole moest ook Christiaan zich gewonnen geven nadat hij in een Engelse opening aanvankelijk op originele wijze het witte pionnencentrum had belegerd. Maar ergens raakte hij een stuk kwijt en dat materiële voordeel kon door de witspeler tot in het eindspel geconsolideerd worden.

Zou het dan toch nog spannend worden met aan de topborden onze topscorers nog bezig? Twee halfjes waren genoeg maar onze mannen waren er kennelijk vanaf de start al op gebrand elkaar tot grote hoogten op te stuwen en zonder enige vorm van ontzag voor de tegenstander ook nu voor het maximale resultaat te gaan.

Alexander hanteerde zijn Moderne Verdediging ditmaal gelukkig alleen met verantwoorde pionzetten en toen zijn tegenstander iets te enthousiast de damevleugelpionnen naar voren gooide kon hij antwoorden met een subtiel torenzetje dat brulde van stilte. Het initiatief in het resulterende eindspel leverde een kwaliteit op en een afwikkeling naar het theoretisch gewonnen eindspel van toren + 3 pionnen tegen paard + 3 pionnen op één vleugel. Chapeau!

En tenslotte wederom Bryan die met een Spaanse lopermanoeuvre (Lb5-a4-c2) tegen het Siciliaans al snel een prettige drukstelling had opgebouwd en rond zet 40 een stuk had buitgemaakt. De technische afwerking was nog niet makkelijk maar witte dame en paard slaagden erin om de oprukkende zwarte vrijpionnen onschadelijk te maken waarna Bryan’s vrije a-pion de beslissing bracht. Hulde!

Witte Paard 1                           –          Amsterdam West                     5½ - 2½

Alexander Kretzschmar (1782)   -           Hans Leeflang (2142)                 1 – 0
Bryan Wijk (2037)                   -           Frans Schoffelmeer (2075)          1 – 0
Chris de Saegher (2152)           -           Wim Helmers (2058)                  1 – 0
Paul van Haastert (2007)          -           Johan Lubbers (2026)                 0 – 1
Christiaan Molenaar (1925)       -           Ron Klein (1928)                       0 – 1
Jan Brink (1894)                     -           Jeroen Cromsigt (1946)              1 – 0
Robin Mandersloot (1731)         -           Yvette Nagel (1947)                   1 – 0
Jaap de Berg (1795)                -           Iwan Bonoo (1892)                    ½ - ½