Kennemer Combinatie 4 - Het Witte Paard 2

Zaterdagmiddag, kwart over 5.

Ik ga beginnen aan het verslag van de wedstrijd van ons 2e achttal tegen Kennemer Combinatie 4, gisteravond in Haarlem gespeeld. Hier acteerden schakers met ratings van 1874 tot 1293.
Op de achtergrond volg ik Giri – Nakamura, 8e ronde van het London Chess Classic toernooi, waarin 10 spelers met ratings van 2834 tot 2737, en af en toe gaan mijn gedachten naar ons 1e in het verre St. Jacobiparochie, waar nu ruim 4 uur gespeeld is.


Overigens was ik door de website van de KNSB weer eens op het verkeerde been gezet wat de aanvangstijd in Londen betreft. Het blijkt niet 17.00 uur maar 15.00 uur onze tijd te zijn geweest. De partijen zijn nu dus al ruim twee uur gaande, het gedane aantal zetten varieert van 20 tot 35.
Vier van de vijf partijen staan ‘equal’, een veel voorkomend verschijnsel in dit toernooi.
Redelijk gelijk was qua rating ook de krachtsverhouding tussen Kennemer Combinatie 4 en ons team. Gebaseerd op peildatum 1 november kwamen wij tot een gemiddelde van 1670, de Haarlemmers scoorden 1706.
Alleen onze man aan het laatste bord viel uit de toon met zijn 1293 tegen 1614 aan de andere kant van het bord. Een ongelijke strijd, zou je dus denken. Maar aanvankelijk stond Paul best aardig. Toen hij echter een zet die hij van plan was verving door een ander idee ging het snel bergafwaarts. De ene pion na de andere sneuvelde en de binnendringende zware stukken van wit dwongen Paul tot overgave.
In tegenstelling tot de vorige wedstrijd was ik nu als een van de eersten klaar. Mijn ‘lijfvariant’ van het Siciliaans was wit kennelijk niet bekend. Na de opening stond ik prettig, maar veel meer was het ook niet. De druk op de witte stelling kwam door de aanwezigheid van lopers van ongelijke kleur niet uit de verf en na een blik op de andere partijen – indruk: ‘slightly better/much better’ voor ons – nam ik het remiseaanbod van mijn tegenstander maar aan.
Even later boekte Hans, in wiens partij behalve aan beide kanten een toren en 6 pionnen alle stukken in rap tempo van het bord waren verdwenen, geheel volgens mijn verwachting een zelfde resultaat.
Ook de verwachte gelijkmaker kwam hierna op het scorebord. Daarvoor tekende André aan bord 1, die na pion- en kwaliteitswinst niet onder de indruk was van een opgerukte vijandelijke dubbelpion en het vrij simpel kon uitmaken.
Topalov – Carlsen hebben inmiddels 46 zetten gedaan en mijn verwachting is dat het weldra remise zal worden. Hoewel, dat heb ik in eerdere partijen al vaker gedacht en dan schoven de heren toch nog een poosje door.
Bob speelde net als in vorige ontmoetingen weer een solide partij. Met wit kreeg hij een prettig toreneindspel op het bord en toen hij op de koningsvleugel na pionwinst een vrije h-pion creëerde bleef zijn tegenstander nog even tegenspartelen maar spoedig zag deze het hopeloze daarvan in.
Dat betekende een 3-2 voorsprong, en kijkend naar de drie overgebleven partijen zat er vrij zeker 4-4 in, maar misschien meer.
De onzekere factor was vooral de partij van Leendert.
Trouwens, ook bij Giri gaat het er nu, na 29 zetten om spannen, lijkt me. ‘White is slightly better’.
Wat het oordeel van de computer over de stelling van Leendert was kan ik niet vragen, zo goed is mijn geheugen niet. In elk geval was het behoorlijk gecompliceerd. Terwijl Leenderts resterende bedenktijd in de richting van 10 minuten ging kon zijn tegenstander rustig ongeveer een half uur uittrekken alvorens tot een kwaliteitsoffer te besluiten. De witte koning stond aan vele gevaren bloot. Met nog een minuut op de klok zette Leendert nog een matval maar daar trapte zwart helaas niet in. Toen Leendert vervolgens Dc6 niet zag stond hij zelf mat.
Daarmee bleef het bij 4-4, want intussen hadden Roland, die, na lange tijd overwegend te hebben gestaan niet verder kwam, en Piet, die om niet mat gezet te worden moest vluchten in eeuwig schaak, het punt met hun tegenstander gedeeld. Remisepercentage deze wedstrijd: 50.
En inmiddels heeft Giri zijn tweede overwinning te pakken. Vanaf zet 30 groeit zijn voordeel, geholpen door het slinken van de tijd van Nakamura, van ‘equal’, ‘slightly better’, ‘much better’ naar ‘winning’. Op de 43e zet geeft zwart op.
Topalov – Carlsen is nu gevorderd tot zet 84, de Noor wint zowaar een pion en mag nu een eindspel met toren + 3 tegen toren + 2 pionnen tegenover elkaar gaan uitwroeten. De computer zegt ‘black is slightly better’. En hij heeft wel 1 uur en 33 minuten tegen 14 minuten! Na 97 zetten: remise. Wat zei ik?
Remisepercentage dit toernooi met nog 1 ronde te gaan: 80.
Hoe zou het in Friesland zijn afgelopen? De KNSB-website geeft uitsluitsel, ben benieuwd naar het verslag van Chris.

Kennemer Combinatie 4 (1706) - Het Witte Paard 2 (1670) 4 - 4
8232983 Jonathan de Kleuver 1874 - 7957015 Andre Meester 1834 0-1
8075936 Yashin van Kesteren 1806 - 6239948 Jan Rot 1848 ½-½
8271098 Floris Schleicher 1772 - 7786867 Roland van Soest 1790 ½-½
6795481 Frans van Casteren 1716 - 8207804 Piet Zegers 1754 ½-½
8495729 Panayis Krousos 1618 - 7526948 Leendert Saarloos 1681 1-0
7794721 Martien Schriemer 1630 - 7366447 Hans van Heems 1555 ½-½
7303923 Jan Willem ten Have 1619 - 8465710 Bob de Wit 1604 0-1
7649081 Paul de Ron 1614 - 8471991 Paul Groot 1293 1-0