Bekeravontuur nog niet ten einde
Voor het bereiken van de finalevierkamp moest ditmaal een serieuze hobbel genomen worden. Uit de koker van de competitieleider was de streekderby Krommenie - Witte Paard gerold. En wederom traden wij in een soort van gelegenheidsformatie aan maar bij de tegenpartij bleek ook niet iedereen warm te lopen voor deze 'semi-klassieker'. Dat leverde in ieder geval op papier wel een heel interessante strijd op met aan elk bord minimale ratingverschillen.
Aan de borden 1 en 2 kwam de Stonewall op het bord en aan bord 4 een rustige Engelse opening dus daar zou het nog wel even duren voor de (stukken)strijd zou losbarsten. De aandacht ging voorlopig uit naar de partij van André die zijn Blackmar-Diemer gambiet ditmaal aangenomen zag. Voor mijn gevoel werden er iets te veel stukken geruild maar daarbij waren de zwarte koningsvleugelpionnen wel uit hun tent gelokt. Grote vraag of de zwarte koning, die zich daarachter moest verschansen, dit ging overleven. Het zou ook wel eens de enige beslissing in de wedstrijd kunnen worden, reden voor mij om me niet met het aannemen van een vroeg remiseaanbod neer te leggen bij het al snel vervliegen van de hoop op enig positioneel voordeel.
Bij Jaap was intussen de vredespijp wel gerookt en Jan had wat gaten in zijn stelling moeten toestaan maar had zich daar een gevaarlijke vrije c-pion bij weten te verschaffen. En bij mij bleek er door een mindere torenzet van zwart opeens een schijnoffer op d5 in de stelling te zitten wat mij twee pluspionnen opleverde. Waarschijnlijk had ik er eentje terug moeten offeren maar door een 'slimmigheidje' kon ik ook nog eens de torens ruilen. Echter niet gezien dat in het resterende lopereindspel de zwarte koning opeens superactief kon worden. Ik zag in alle varianten een zwarte a-pion opstomen en even vreesde ik zelfs voor een nederlaag maar mijn eigen koning kon zich uiteindelijk aan zijn figurantenrol onttrekken. Probleem was nog wel de snel slinkende bedenktijd en het feit dat ik pas met nog 3 seconden resterend ontdekte dat de klok niet op increment was ingesteld. Aangezien er een stelling van K + pion vs. K + loper was ontstaan kon gelukkig direct remise worden overeengekomen.
Bij André was de zwarte koning inmiddels behoorlijk over de kling gejaagd maar leek zich via de h-lijn veilig naar veld g4 te kunnen spelen. Maar de kwaliteit die geïnvesteerd was betaalde zich toch uit want het witte paard op e6 ondersteunde het matveld g5 en dreigde eveneens een dodelijk schaakje op f4 uit te delen. Naar de halve finale, dat kon toch niet meer fout gaan! Want Jan's c-pion was op de tweede rij al lange tijd een echte handenbinder. De andere Jan voelde zich verplicht voor het team nog een soort van winstpoging te doen maar dat kon alleen maar verkeerd aflopen en dat deed het voor Krommenie dan ook. Alhoewel onze Jan wat mij betreft best naar een stelling met ongelijke lopers had mogen afwikkelen en daarbij ook het noteren had kunnen staken maar gelukkig stond de klok daar wel goed ingesteld en stoïcijns werd het uitgeschoven!
Krommenie - Witte Paard 1 - 3
(Cor van Dongen 2106 - Chris de Saegher 2121 ½ - ½, Jan Grin 1905 - Jan Brink 1866 0 - 1, Erik Breedveld 1873 - André Meester 1888 0 -1, Jan Schol 1802 - Jaap de Berg 1801 ½ - ½)