Topper in KNSB 4D onbeslist
Gezien het aantal invallers waarmee wij moesten aantreden leken de voortekens in de wedstrijd tegen koploper De Amstel niet bepaald gunstig. Maar uiteindelijk waren alle ingrediënten aanwezig voor een enerverende strijd. Waarbij het na afloop onduidelijk was wie er nu het meest (on)tevreden met deze puntendeling moest zijn. Onze achterstand van 2 matchpunten blijft in ieder geval gehandhaafd maar met aan de sleutelborden wat meer accuratesse had de tegenstander zijn 100% score aan matchpunten kunnen behouden.
Om met de beslissingen te beginnen: Kees trof aan het derde bord wederom de tegenstander met de hoogste rating, trok echter onvervaard ten aanval op de koningsvleugel maar liet via een kwaliteitsoffer zijn belangrijkste aanvalsstuk (de witveldige loper) elimineren. Aan de andere kant van het bord was de schade toen niet meer te repareren.
André kreeg een vroegtijdig remiseaanbod maar interpreteerde mijn reactie dat er nog geen enkel zicht op welke virtuele tussenstand dan ook was dat hij door moest spelen. Als teamleider heb ik daar doorgaans geen gelukkige hand in maar ditmaal leverde dit het volle pond op toen de zwartspeler een breekzet niet helemaal goed doorgerekend had hetgeen André een vrije h-pion opleverde.
Jan kreeg met zwart het soort positioneel nadeeltje waar je je bij hem normaliter niet echt druk om maakt. Wat eventueel alleen in het eindspel verzilverd kan worden en dus in ieder geval geen aanvalskansen tegen de koning. Maar tijdens het laatste Tata toernooi bleek er al zand in de raderen van Jan's anders zo geoliede eindspel verdedigingskunst te zitten en ook nu ging het mis toen de witte koning te veel ruimte werd gegund.
En zo kwam ons lot in handen te liggen van Christiaan die vanwege een voetblessure nog meer gekluisterd aan zijn bord al lange tijd geconcentreerd een klein eindspelvoordeeltje aan het uitmelken was. In het paard vs. loper eindspel won hij ook een pion maar doordat zijn pionnen op de koningsvleugel vastgelegd waren op de kleur van de loper leek de winst toch problematisch. Via mooi manoevreren wist hij met koning en paard echter toch stukje bij beetje steeds meer ruimte te winnen en zo rond de klok van half zeven was de gelijkmaker dan toch een feit!
Van de remises aan de overige vier borden was die van uw verslaggever het meest enerverend. Ik kwam snel comfortabel te staan toen mijn tegenstander tegen de storm in moest rokeren maar verzuimde op het al vroege kritieke moment even wat extra tijd uit te trekken in de veronderstelling dat uiteindelijk het doen van normale zetten ook wel tot winst zou leiden. Anders had ik ongetwijfeld wel de combinatie gespot die mij een dame tegen toren + loper met behoud van aanval opgeleverd zou hebben. In plaats daarvan gaf ik wit de gelegenheid zijn verdediging op orde te brengen en mijn zwakke c-pion onder vuur te nemen. En toen ik vervolgens ook nog een misplaatst pionoffer bracht wat wit alleen maar extra tijd opleverde om ook zijn loper nog eens machtig in het centrum te posteren hing mijn lot aan een zijden draad. In de overtuiging dat de batterij van witte dame + loper over de zwarte velden niet meer dan eeuwig schaak was incasseerde ik met mijn zwartveldige loper een toren. Gelukkig had mijn tegenstander die overtuiging ook en alras herhaalde hij de zetten. Had hij op zijn beurt op dat moment even langer gekeken had hij gezien dat de andere witte toren ook nog bij de aanval betrokken had kunnen worden waarna het mat niet meer te verhinderen zou zijn geweest. Enfin, voor mij het einde van een reeks aan overwinningen (8 in getal), ingezet nadat ik met Krommenie in de NHSB Competitie grootmeester David Klein had laten ontsnappen.
Een meevaller was natuurlijk ook de remise van Emil. Op dit niveau krijgt hij natuurlijk vaak te maken met openingen die hij nog nooit op het bord heeft gehad en ditmaal pakte hij de Philidor Verdediging iets te enthousiast aan met zowel f4 als Lc4. De zwakte over de diagonaal g1-a7 resulteerde in kwaliteitsverlies maar Emil wist met zijn andere stukken genoeg activiteit te ontwikkelen om zich er uiteindelijk nog 'uit te rommelen'. Althans zo omschrijf ik het maar aangezien ik de slotfase van de partij niet gezien heb. In ieder geval chapeau!
Jaap en Paul werden al snel in de verdediging gedrukt wat voor laatstgenoemde met de witte stukken in een Siciliaan toch een nieuwe ervaring moet zijn geweest. Maar Paul kweet zich uitstekend van zijn taak en wist de gelederen gesloten te houden. Dat Jaap dit ook lukte wekt minder bevreemding op. Het verdedigen zit hem nu eenmaal iets meer in het bloed.
Witte Paard K1 - De Amstel K1 4 - 4
(Chris de Saegher 2188 - Rik Könst 2019 ½ - ½, Christiaan Molenaar 2110 - Patrick van Lommel 1924 1 - 0, Kees Dekker 1990 - Joran Donkers 2128 0 - 1, Paul van Haastert 1984 - Theo Hendriks 2001 ½ - ½, Jaap de Berg 1910 - Wim Eveleens 1968 ½ - ½, André Meester 1820 - Willem Hensbergen 1959 1 - 0, Jan Rot 1679 - Carel Kok 1967 0 - 1, Emil Aktas 1413 - Olivier Marincic 1842 ½ - ½)