Nog een jaar 3e klasse voor WP 2

Nadat ook invaller Emil – “ik zie het wel zitten om mee te spelen” – bij Guisveld arriveerde was het zestal compleet en konden we vertrekken. Ruim voor het afgesproken vervroegde aanvangstijdstip bereikten we het fraaie wijkcentrum De Oever (Oudorp).
Daar zaten twee jeugdteams, De Waagtoren 7 en 9, al keurig achter de borden, zodat we na een kort welkomstwoord op tijd begonnen aan de voor het kampioenschap van 3E beslissende match. Wij zouden aan 3-3 genoeg hebben daar we over een matchpunt meer beschikten dan onze opponent.

Het debuut van Emil (19, 1258) in ons 2e had een beter lot verdiend. Door Chris was hij geïnformeerd over een openingsvariant – een uitval met de zwarte dame – waarmee hij vermoedelijk tegen de enige senior in het vijandelijke kamp succes kon hebben. Daar zag het aanvankelijk ook naar uit: 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Pxd4 Dh4 (?!). Na een kleine 10 minuten bedenktijd speelde wit 5. Dd3 (?). Na 5..... Pf6 6. Pd2 (?) had Emil volgens Fritz met 6..... Pg4 veel beter gestaan. Maar na het vervolg 6..... Lc5 7. c3 Pxd4 8. cxd4 Lb4 9. e5 De4 10. Dxe4 Pxe4 11. a3 Pxd2 12. Lxd2 Lxd2. 13.Kxd2 0-0 verzandde zijn initiatief en kwam hij later in een moeilijk toreneindspel terecht. Na toelaten van ruil van de torens en aan beide kanten promotie van een pion liet Emil ook dameruil gebeuren en was zijn pionnenminderheid fataal. Klaas Silver (41, 1513) begon aan een vreugdedans: hij had 6 uit 6 gehaald!

Piet (72, 1749) verkeert in zoiets als een vormcrisis. Begin maart won hij nog een paar partijen in de interne competitie en begon het NHSB-veteranentoernooi met een remise in groep A. Daarna werd het hommeles. Drie maal verloren in voornoemd toernooi – weliswaar tegen sterke veteranen – en ook nu ging het al (on)redelijk gauw mis tegen Klaas Jan Koedijk (15, 1535) aan bord 4. Piet: “Het is de zoveelste Caro-Kann die ik op vrijdag heb verloren. Op zet 22 voorzie ik het antwoord van mijn tegenstander niet. Daarna is het snel afgelopen”.

Voor de 6e keer bezette Jaap (78, 1807) bord 3 en na zijn overwinning tegen Luuk van Steenoven (12, 1593) bedraagt zijn score 6 uit 6! Voor hem kennelijk geen reden voor een vreugdedans. Zijn tegenstander offerde al snel een paard voor twee pionnen en kreeg een op het eerste gezicht gevaarlijke vrijpion. Dat was voor hem aanleiding voor een, later nog eens herhaald remiseaanbod. Jaap had de zaak echter goed ingeschat en dreef met een uitval van dame en loper de in het open veld bivakkerende zwarte koning in een matnet.

André (71, 1858) mocht het aan bord 1 opnemen tegen Kevin Brands (14, 1711), van wie hij wist dat die onlangs nog remise speelde als invaller bij De Waagtoren 1 (aan bord 9 tegen Jordy Lahaye van Spijkenisse, rating 2070). Met zijn geliefde 1. d4 2. Lg5 speelde André, die verklaarde onder de indruk te zijn van het nauwkeurige en weloverwogen spel van zwart, een solide partij. Nadat zijn tegenstander het initiatief verspeelde kwam onze kopman wat beter te staan. Na afruil van alle lichte stukken ontstond een eindspel van witte dame tegen zwarte torens met nog wat pionnen op de koningsvleugel. Remise, geen ontkomen aan.

Aan bord 2 beantwoordde ik (78, 1771) 1. e4 van Chaim Bookelman (15, 1531) maar weer eens met 1..... c5. Het kwam niet tot mijn favoriete variant want wit vervolgde met 2. c3. Na mijn 6e zet verzonk hij, met steeds meer kleur op zijn wangen, zo’n 25 minuten in gepeins. Ik ging niet in op pionwinst op b2 en even later ook niet op een naar mijn idee dubieuze kwaliteitswinst; hield wel initiatief en dat leverde uiteindelijk toch een pluspion op. Met de laatste 5 minuten op de klok in zicht mocht ik een stuk incasseren en toen ik even later mijn tegenstander erop moest wijzen dat hij een gepende toren niet mocht spelen verspeelde hij ook nog zijn dame. In plaats van na een aantal schaakjes mat in 1 te geven won ik wits laatste toren en toen pas gaf hij op.

Leendert (58, 1697) was, na twee keer het laatste bord bezet te hebben, weer eens aan bord 5 geposteerd, waar hij dus evenals in de vorige wedstrijd, met wit mocht spelen. Tegenstander was Max Bookelman (13, 1410). Leendert kwam wel prettig te staan omdat zwart bijna al zijn stukken weinig actief op de damevleugel had opgesteld. Een remiseaanbod sloeg hij tweemaal af met het oog op onze 2-1 achterstand en zijn inschatting van de overige borden; veel schoot hij echter niet op. Met het idee dat hij iets moest forceren ging na een foutje een stuk de mist in en toen hij bij 2½-2½ als laatste – met nog weinig bedenktijd – bezig was pakte ook een wanhoopsoffensief negatief uit.

Een luid gejuich weerklonk: de jeugd van De Waagtoren7 kampioen! Gefeliciteerd. Het Witte Paard 2 blijft nog een (hopelijk) jaar 3e klasser.

Statistiek: André (4½), Jan (5½) en Jaap (6), vanaf de 3e wedstrijd onze vaste ‘bovenste helft’ waren goed voor 16 van de 25 bordpunten. De ‘onderste helft’ scoorde dus gemiddeld per wedstrijd 1,5 bordpunten, tegen De Waagtoren 7j helaas niet het voor het kampioenschap benodigde halfje.
Zie voor de gedetailleerde uitslag deze keer de NHSB-site.